Op zolder vond de historicus en emeritus hoogleraar economische en sociale geschiedenis Paul Klep (wonende in de Boeschepestraat, Poperinge) brieven uit 1943-1944 die zijn schoonvader, de drukker Frans Danneels, als 20-jarige jongen vanuit Braunschweig aan zijn familie schreef.
Hij was daar echt niet op vakantie, maar moest op bevel van de bezetter onder barre omstandigheden gedwongen werken in een locomotievenfabriek, samen met andere West-Vlamingen en nog bijna 3.000 arbeiders.
Deze vondst was het begin van een uitgebreide zoektocht naar de Poperingenaars die onder de oorlog in naar Duitsland gedeporteerd zijn.
Er bleken dan zeven miljoen jonge mannen uit de bezette gebieden naar Duitsland gedeporteerd te zijn om in de oorlogsindustrie te werken.
Uiteindelijk vond hij 700 Poperingse krijgsgevangenen, verplichte arbeiders en politieke gevangenen die daar soms meer dan twee jaar waren, voordat ze β graatmager en vaak ziek - hun familie weer terugzagen.
De meeste families hebben nauwelijks een herinnering aan wat hun weggevoerde (groot)vader of (oud)oom overkomen is. Over hun ellende vertelden zij liever niet.
Paul Klep maakt gebruik van unieke historische bronnen. Er liggen in Brussel honderdduizenden dossiers van oorlogsgetroffenen. Op basis daarvan schrijft hij een boek en zullen de Poperingse nabestaanden hun namen en lotgevallen kunnen terugvinden in een daarbij behorend biografisch woordenboek.